Waarom de ‘opname’ eerst komt, 4 van 4
Hallo allemaal,
Vandaag zullen we naar 1 en 2Thessalonicenzen kijken om de cirkel rond te maken van alles wat we hebben behandeld. Maar eerst de samenvatting:
Het Jodendom leert dat wanneer de laatste bazuin wordt geblazen tijdens de nieuwe maanfase aan het begin van hun jaar, de dode gelovigen in de Messias opstaan om Hem te ontmoeten. Paulus voegde daar zijn eigen openbaring aan toe dat wij, die op dat moment in leven zijn, ons bij hen zullen voegen. Terwijl wij geoordeeld worden en een feestelijk 7-jarig feest in de hemel hebben, gaat de aarde de Dagen des Toorns* binnen, de Tijd van Jakobs Benauwdheid, en de Geboorteweeën van de Messias. Daniël profeteerde dit als een periode van 7 jaar waarin een man van zonde een 7-jarig verdrag met Israël zal sluiten, om hen vervolgens op de helft van de tijd te verraden, 3,5 jaar na het sluiten van het verdrag.
*Noteer deze vermeldingen over de dagen des toorns: Openbaring 6:16, 11:18, 14:10, 19, 15:1, 7, 16:1. Jesaja 13:13, Jeremia 10:10, 21:5, 32:37, Nahum 1:2. Zie ook Joël hoofdstukken 1-3 voor 'de dag des Heren'.
Wanneer je in De Openbaring leest over 'de toorn van Hem die op de troon zit' en 'de dag van Zijn toorn is gekomen' in Openbaring 6:16-17, weet dan dat dat een zeer Joodse aangelegenheid is. Het is geen terloops gebruik van het woord 'toorn'. Paulus en de schrijvers gebruiken dat woord opzettelijk om een specifieke tijd aan te duiden. Het is apart en uniek voor de tijd van Jakobs Benauwdheid, ook bekend als de geboortepijnen van de Messias.
1 en 2Thessalonicenzen.
In 1Thessalonicenzen 1:10 zet Paulus het thema van zijn brief uiteen: "En te wachten op Zijn Zoon uit de hemel, die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, die ons verlost heeft van de toekomende toorn." (Let op de zinsbouw, dat hij specifiek Jezus noemt die uit de doden is opgewekt, waarmee hij zinspeelt op de doden in Christus die opstaan en wij die in leven zijn om op dat moment veranderd te worden).
We kunnen duidelijk zien dat het gebruik van "(ons verlost van de) toekomende toorn" en dat wij verlost zijn van die tijd, een zeer specifiek tijdsbestek is. Maar als iemand niet op de hoogte is van het Joodse gebruik van het woord of de uitdrukking, zal het hem ontgaan.
Nadat hij hen heeft verzekerd dat wij verlost zullen worden van de toekomende toorn, legt hij die dagen uit in 4:13-16:
"Maar ik wil niet, broeders, dat gij onwetend zijt omtrent hen, die gestorven zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk anderen, die geen hoop hebben. Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en weder opgestaan is, alzo zal God hen, die in Jezus gestorven zijn, met Zich brengen. Want dit zeggen wij u door het woord des Heren, dat wij, die leven en achterblijven tot de komst des Heren, in geen geval de ontslapenen voorgaan. Want de Heer zelf zal met een geroep, met de stem van de aartsengel en met de bazuin Gods neerdalen uit de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan."
Dat is natuurlijk precies wat hij zei in 1Corintiërs 15, in zijn uitleg over hoe wij verlost zullen worden van de toekomende toorn - alles in volgorde, de doden in Christus eerst, dan de levenden,
Hij herhaalt zijn uitspraak van 1:10 in 5:9-10 om het punt te benadrukken: "Want God (Vader) heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus. Dus of wij nu gestorven zijn of leven, wij zullen samen met Hem leven."
Dit stemt overeen met zijn onderwijs van 1Corintiërs 15, zijn gebruik van het tempelgebed op het Bazuinenfeest in Efeziërs 5:14-16, en de bewering dat de nieuwe maan een schaduw is van iets dat komen gaat (het blazen van de bazuin zodat de doden en de levenden veranderd worden en bij de Heer zijn). De Vader heeft ons verlost van de Dagen des toorns.
De Thessalonicenzen wilden meer details over de gebeurtenissen rondom de komst van de Heer voor hen...
Dus schreef Paulus een tweede brief aan de Thessalonicenzen met meer details over 'de opname. In hoofdstuk 1 van zijn 2e brief sprak hij opnieuw over hoe wij bij Hem zullen zijn als Hij in die tijd Zijn toorn over de ongelovigen uitstort. Dan opent hoofdstuk 2:
"Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden; want die dag zal niet komen, tenzij er eerst een vertrek (afval) komt, en dan zal de mens der zonde geopenbaard worden, de zoon des verderfs; Die zich stelt en verheft boven al wat God genaamd of aanbeden wordt; zodat hij als God zit in de tempel Gods, zich vertonende, dat hij God is. Herinnert gij u niet, dat ik u deze dingen gezegd heb, toen ik bij u was?
En nu weet gij, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis van de wetteloosheid is al aan het werk: Totdat hij, die zich op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. (weg gehaald is).
En dan zal de goddeloze geopenbaard worden, die de Here zal verteren met de geest van zijn mond, en zal vernietigen met de helderheid van zijn komst. (2e komst)"
Het debat over het vertrek
De focus van velen ligt op het woord "apostia", "vertrek", of "afvallen". Het wordt ook gebruikt om een opstand te beschrijven, een verlaten van de een voor de ander, een wegvallen. Als Paulus dus zegt dat er een 'afvallen' moet gebeuren voordat de mens der zonde geopenbaard wordt, nemen velen aan dat het een 'afvallen van het geloof' betekent.
Er staat in geen enkel Grieks manuscript 'van het geloof'. Paulus zei niet dat er een afvallen van het geloof moest plaatsvinden, alleen dat er eerst een afvallen, een vertrek moest plaatsvinden. Maar degenen die denken dat het om een afvallen van het geloof gaat, menen dat Paulus zegt dat de mens der zonde pas geopenbaard kan worden als er een massaal afvallen van het geloof is.
Maar dat is grammaticaal niet logisch. Lees dit als 'afvallen van het geloof' om de tegenstrijdigheid te zien: "Die dag zal niet komen totdat het massale afvallen van het geloof gebeurt, dan zal de mens der zonde geopenbaard worden...en nu weet je wat hem verhindert om geopenbaard te worden, en daarom zal hij die hem weerhoudt om geopenbaard te worden, dat blijven doen, totdat hij uit de weg is gehaald."
Hoe is dat logisch? Er moet een massale afvalligheid van het geloof plaatsvinden en DAN wordt de mens der zonde geopenbaard, en op de een of andere manier wordt de anti-Christ weerhouden totdat er een massale afvalligheid van het geloof is? Wie is dan 'hij' die hem tegenhoudt en die verwijderd of 'uit de weg geruimd' moet worden zodat de anti-christ geopenbaard kan worden? Dat is niet logisch.
Wat wel logisch is, is het volgen van Paulus' onderwijs in de rest van het NT
De Amplified Bible in zijn aantekeningen, en Kenneth Wuest's NT maken aantekeningen die onthullen dat het woord 'apostia', vertrek betekent, uit het zicht verdwijnen, of op reis vertrekken. Op de Bijbelschool in 1979 leerde ik dat het oorspronkelijke gebruik van het woord de handeling beschreef van een schip dat de haven verlaat en achter de horizon 'wegvalt'. DAT begrip van het woord is consistent met de rest van het NT en grammaticaal hier:
"Die dag zal niet komen voordat eerst de afval (Joodse wegvoering van gelovigen in de Messias) komt, en dan zal de mens der zonde geopenbaard worden...en nu weet gij wat hem weerhoudt, opdat hij op het juiste ogenblik geopenbaard wordt...en wie hem weerhoudt, zal dat blijven doen totdat hij uit de weg gehaald is, dan zal de mens der zonde geopenbaard worden." (2Thess. 2:3-7)
De 'hij' die hem weerhoudt is het lichaam van Christus, Christus op aarde, die als een zout of bewaarmiddel fungeert dat moet worden verwijderd voordat de mens der zonde wordt geopenbaard. Sommigen suggereren dat het de Heilige Geest is die verwijderd wordt, zodat de mens der zonde geopenbaard kan worden. Ik zou het zo zeggen, het is de Heilige Geest in ons en Zijn tijd van bediening aan ons, zowel Joden als niet-Joden die deel hebben uitgemaakt van de laatste 2000 jaar van het tijdperk der heidenen, dat weggehaald moet worden.
De Heilige Geest zal op de aarde blijven, want in de Verdrukking worden mensen wedergeboren.
Maar Zijn bediening zoals wij die kennen in het lichaam van Christus, zal worden weggedaan. God zal met Israël handelen in de laatste 7 jaar, de 70e week van Daniël, daarom zien we de 2 getuigen Mozes en Elia - God zal als het ware op "Joodse tijd" zijn.
Dus het lichaam van Christus en de bediening van de Heilige Geest die uniek is voor ons in dit "kerktijdperk" moet van de aarde verwijderd worden zodat het "slecht kan gaan" zouden we kunnen zeggen. Ik weet dat we altijd naar ons willen verwijzen als de bruid, maar de NT verwijzingen naar het lichaam van Christus als de bruid van Christus zijn zeer gering (4 keer, allemaal in De Openbaring), terwijl de verwijzingen naar ons als het lichaam van Christus en één lichaam met Christus verreweg de talrijkste zijn, zo'n 130 keer, zeggende dat wij in Hem zijn en Hij in ons in de context van het zijn van Zijn lichaam op aarde terwijl Hij als het hoofd leiding geeft vanuit de hemel.
Nu hebben we consistentie in alles wat Paulus over dit onderwerp schreef. In 1Corintiërs 15:35-56 noemt hij de Laatste Bazuin die het Joodse geloof aanduidt dat op het Bazuinenfeest/Rosj Hasjana, als het begint bij de nieuwe maan, de doden in de Messias zullen worden opgewekt met verheerlijkte (hemels materiële) lichamen. Paulus voegt er zijn eigen openbaring aan toe dat zij die op dat moment leven ook "in een oogwenk veranderd zullen worden".
Hij herhaalt deze bewering in Colossenzen 2:16-17 en zegt onder andere dat de nieuwe maan een "schaduw is van de toekomende dingen". Hij bevestigt dit nogmaals voor de Efeziërs in 5:14-16, waar hij het tempelgebed uit het Hebreeuws in het Grieks vertaalt, zeggende: "Staat op gij die slaapt, staat op gij die sluimert, en de Messias zal u licht geven. Ziet dan toe, dat gij nuchter leeft, niet als dwazen (dwazen zeggen: 'Er is geen God'), maar als wijzen, want de dagen zijn slecht."
Hij zegt hetzelfde tegen de Thessalonicenzen - de Vader heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van onze verlossing. De Heer zal neerdalen met een geroep en het geluid van de bazuin, en voor de ongelovige zal Hij zijn als een dief in de nacht - een dief breekt in om iets te nemen dat hem niet toebehoort - maar wij behoren Christus toe, dus is het wettig en juist dat Hij ons neemt. Maar voor de ongelovige zal de opname zijn alsof Jezus inbreekt in huizen en neemt wat Hem niet toebehoort - maar dat doen wij wel.
Dan tenslotte, als laatste detail voor de Thessalonicenzen, openbaart hij dat de mens der zonde niet geopenbaard kan worden voordat het vertrek komt, wat de mens der zonde weerhoudt om geopenbaard te worden. Maar eenmaal verwijderd, zal het vertrek van het lichaam van Christus toelaten dat de mens der zonde geopenbaard wordt.
En daarom schrijft Paulus consequent: "vertroost elkander met deze woorden" (Thess. 3:2, 4:18, 5:11, 2Thess. 2:17). Amen. Laat je troosten, laat het resoneren in je geest....en rust....volgende week een nieuwe serie, tot dan,
zegen,
John Fenn/wk/ak
www.cwowi.org en email me op [email protected]