Een werkneemster kwam op een dag 15 minuten te laat op haar werk. Ze liep de vergadering binnen, die prompt om 9:00 uur begonnen was en waarin zij een belangrijke rol te spelen had. Na de vergadering, om haar niet in het bijzijn van iedereen in verlegenheid te brengen, nam haar baas haar terzijde en zei: “Je was vandaag te laat. Dankzij jou begon de vergadering daardoor op een vervelende manier.” Haar reactie was “Ik kon het niet helpen. Er waren wegwerkzaamheden onderweg, waardoor ik een tijdje in de file heb gestaan.” Antwoordde ze vanuit rechtvaardigheid?
De waarheid is dat ze heel goed wist dat ze daar aan het werk waren, omdat dit al de hele week gaande was. Het verkeer moest daarom over 1 baan geleid worden en dat zorgde iedere morgen voor flinke files. Zij wist dat, maar ze had haar schema die ochtend niet aangepast aan die belangrijke vergadering. Zij had die vergadering niet op de juiste waarde geschat, ook volgens haar baas niet, en willens en wetens had ze iedereen in een moeilijke situatie gebracht, waardoor haar baas gedwongen werd excuses voor haar te maken. Vervolgens gaf ze de wegwerkzaamheden de schuld. Haar baas zei “vervelend voor dat oponthoud, maar laat het niet weer gebeuren.’ Ze had een leugentje om bestwil verteld, en kwam er mee weg, maar alsnog was het een leugen. Niet rechtvaardig.
Ze kwam niet voor de waarheid uit, en haar baas wist dat, want hij kende de route die zij genomen had. Hij kon het niet waarderen dat zijn werkneemster geen verantwoordelijkheid voor haar leven genomen had. In zijn ogen daalde zij in achting. Wat uiteindelijk gebeurde, was dat zij niet een bepaalde promotie kreeg, waar ze recht op had. Zij gaf God daar eerst de schuld van, omdat zij, in haar denken, harder werkte dan de anderen en niet wist wat God tegen haar had, terwijl anderen die minder hard werkten en oneerlijk waren, wel promotie kregen.
Toen ze uiteindelijk haar baas vroeg waarom zij dat niet had gekregen en wat ze kon doen om daar de volgende keer wel voor in aanmerking te komen, herinnerde hij haar aan die vergadering. Hij zei dat het een patroon in haar leven was, niet helemaal eerlijk te zijn, te klagen, en om geen verantwoordelijkheid te willen nemen voor haar leven. Hij had iemand in die positie nodig die hem de waarheid zou vertellen, ongeacht wat – en dat deed ze niet. Het was niet de schuld van God, verrassing, zij had dit haarzelf aangedaan door niets te doen aan die onrechtvaardigheid in haar hart.
Dit is waar het op aan komt als we willen groeien in Christus, lieve mensen. Verantwoordelijk zijn voor je eigen leven, de wegwerkzaamheden niet de schuld geven als je te laat komt. Niet de vriendin de schuld geven die reageerde op dat verkeerde e-mailtje. Je vrouw niet zeggen dat je het voor haar gedaan hebt, die jaloezieën schoonmaken. Maar wees nederig, gewillig geleerd te worden en je motieven te corrigeren, daar diep van binnen, wat alleen Jezus ziet.
Toen koning Saul zijn koningschap verloor – allereerst verloor hij het in zijn hart, daarna in het natuurlijke
In 1 Samuël 13:1-14 had de profeet Samuël koning Saul gezegd 7 dagen op hem te wachten, zodat ze daarna samen een offer aan de Heer zouden geven, voordat Saul de strijd zou aangaan met de gevreesde Filistijnen. Toen Samuël te laat was, deed Saul het alleen, en matigde zich daarmee de rol van Samuel aan. Toen Samuel even later wel arriveerde, zei hij tegen koning Saul dat God besloten had zijn koningschap aan iemand anders te geven, vanwege zijn daden. Wat zei Saul, toen Samuël uiteindelijk arriveerde?
“Daar ik zag dat het volk van mij weg liep en gij niet op de afgesproken tijd kwaamt, terwijl de Filistijnen te Mikmas verzameld waren, dacht ik: nu zullen de Filistijnen op mij afkomen, en ik heb de gunst des Heren nog niet gezocht; toen heb ik mij verstout en heb het brandoffer geofferd.” V. 11-12
Merk op dat alles wat Saul zei, waar was. Maar de instructies waren te wachten op de profeet, om genoeg vertrouwen te hebben in de leiding en timing van de Heer om alles op de juiste manier te kunnen doen. In plaats daarvan forceerde hij de situatie en had daarna het lef ieder ander de schuld te geven, behalve zichzelf. Hij verloor zijn koningschap door een gebrek aan volwassenheid. In zijn positie werd er van hem verwacht verantwoordelijkheid te nemen voor zijn fouten.
Saul raakte zijn koningschap niet kwijt omdat hij de oorlog niet had gewonnen, evenmin als de vrouw haar promotie verloor omdat zij te laat op de vergadering kwam. Maar omdat zij geen verantwoordelijkheid had genomen voor haar te laat komen, daarom werd zij overgeslagen. Ze verloor die promotie allereerst in haar hart.
Zo raken ook wij beetje bij beetje het koninkrijk van God kwijt, het Koningschap van Jezus, stukje bij beetje, in ons hart, als we anderen de schuld geven van wat ons overkomt. We verdraaien de waarheid om er zelf beter uit te zien, zoals Saul dat bij Samuël deed. En de vrouw bij haar baas. Wat ik gedaan zou hebben met de jaloezieën (zie vorige week). Jezus noemde dat wij de balk eerst uit ons eigen oog moeten verwijderen voordat we de splinter uit het oog van die ander kunnen halen. Kijk altijd eerst naar jezelf – hoe kan ik groeien, is wat ik geloof echt de waarheid? Zijn mijn motieven puur? Hoe wilt U dat ik hierin groei, Heer?
Rechtvaardig of gelijk willen hebben?
Een advocaat had cliënten die tevens vrienden waren – een stel dat bij hem in de buurt woonde en die een aanvraag wilden indienen voor een uitzondering op de HOA’s regels. Een HOA is een vereniging voor huiseigenaren in de VS, een legale organisatie om regels te implementeren die de buurt netjes houden, aantrekkelijk en goed onderhouden. Sommige regels kunnen zijn: ‘kapotte auto”s mogen niet langer dan 30 dagen aan de straat geparkeerd staan’, of ‘je mag niet meer dan 2 bomen planten in je voortuin,’ of zoals in dit geval ‘je mag in je achtertuin niets bouwen dat boven de hekken uitsteekt’. (in die buurt waren de hekken 1.80 meter hoog)
Deze cliënten wilden een speelhuisje voor hun 2 kinderen bouwen en moesten daarom een uitzondering op de regels aanvragen, wat aanvankelijk geweigerd werd. Dus namen zij een advocaat in de arm om in beroep te gaan en ze presenteerden een plan om iets te kunnen bouwen dat hoger, maar wel minder groot zou zijn dan de HOA regels aangaven.
De advocaat kreeg dit stel aan de telefoon, die naar hem schreeuwden en hem uitscholden omdat het zijn schuld was dat de aanvraag opnieuw afgewezen was en alle kosten die ze gemaakt hadden, waren dus voor niets geweest. Ze zeiden dat ze zijn email beantwoord hadden, waarin ze wat vragen moesten beantwoorden, maar dat hij niet op tijd gereageerd had om het formulier volledig in te kunnen vullen en daardoor was hun aanvraag afgewezen. Hij werd ontslagen en verloor zijn vrienden.
Toen de advocaat zijn computer nakeek, was de laatste plek waar hij keek, de spam. En ja hoor, hun email was in de spam beland; waarom had zijn internet provider hun mail als spam gezien? Toen hij de mail opende, zag hij dat ze de mail niet met een begroeting begonnen waren. Geen ‘Beste…’, of zijn naam of diens firma genoemd aan het begin, noch aan het eind.
Bovendien was het antwoord dat zij in die mail gaven, niet een goede zin. En ze eindigden niet met ‘hoogachtend’ of iets dergelijks en hun namen werden niet vermeld.
Dat alles bij elkaar verklaarde waarom hun mail als spam gezien werd, wat dus niet de fout was van de advocaat, bovendien was het niet logisch te verwachten dat die mail in de spam zou belanden. Toen hij hun zijn excuses aanbood en uitlegde wat er gebeurd was, bleef het stel furieus op hem; ze namen zelf geen enkele verantwoordelijkheid voor het gebeuren, waardoor dit plaats had kunnen vinden. Geen excuses van hun kant. Alleen boosheid naar de advocaat toe en het beëindigen van hun vriendschap.
In elk geval was degene die niets verkeerd gedaan had, juist degene die zijn excuses aanbood. De mensen die iets verkeerds gedaan hadden, gingen aan hun eigen verantwoordelijkheid voorbij of maskeerden de realisatie dat zij het fout hadden en een aandeel daarin hadden, door boos te worden, zodat het zou lijken dat zij niet de schuldige waren. Zij wilden gelijk hebben, en niet rechtvaardig zijn. Al deze mensen zijn charismatisch, handen opstekend, in tongen sprekend, o hoe hou ik van Jezus christenen – maar allen zijn zij slechts baby’s als persoon en als christen. Jammer. Ook al kennen ze de Heer misschien al 30 jaar, geestelijk gezien dragen ze nog luiers. Dat is niet mijn beoordeling, maar dat van Paulus en Petrus.
Dat is volgende week.
Het verbaast mij altijd hoe snel christenen meedoen met de aanklager der broeders (de duivel, uit openbaring 12:10); ze maskeren de weigering verantwoordelijk te zijn, met boosheid en het eindigen van de relatie – omdat, zoals bij de aanklager, wanneer hij zou toegeven fout te zijn, hij zich zou moeten onderwerpen aan de Heerschappij van Jezus. Kerkmensen zijn erom berucht bovenstaand gedrag te tonen. Maar dezelfde mensen die zo snel hun relaties met broeders en zusters in Christus eindigen of beperken, ook al zullen ze elkaar nog een eeuwigheid kennen, hebben er geen problemen mee als collega’s dergelijke dingen doen, omdat zij dat salaris nodig hebben – of met buren, omdat hun kinderen met de kinderen van de buren spelen – of met familieleden, omdat ze elkaar regelmatig op verjaardagen tegenkomen – maar als een andere christen iets doet wat fout is in hun ogen, is er geen excuus en wil men geen verantwoordelijkheid dragen voor zijn eigen handelen – en zo is men zich niet bewust van het feit dat ze handelen als de aanklager van de broeders.
Volgende week meer hierover…het menselijk hart is zo…gecompliceerd…maar er is een oplossing – en dat zien we volgende week.
Tot dan, zegen,
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]