In de zomer van 1994 stierf Barb en verliet haar lichaam – en kwam gelukkig weer terug. Dit kwam tengevolge van een medische conditie, dat daarna binnen een week gecorrigeerd werd, en sindsdien gaat het goed met haar.
Barb’s conditie maakte haar erg moe, dus die middag ging ze liggen om een dutje te doen. Ze weet nog dat ze in slaap viel, maar toen plotseling wakker werd en opmerkte dat haar ademhaling steeds oppervlakkiger werd en toen besefte dat ze stervende was. In haar hoofd begon ze om hulp te roepen, maar ze was te zwak om geluid te maken.
Ze hoorde mij in de keuken met het avondeten bezig zijn, en ze hoorde de jongens in de kamer, en ze zei steeds ‘Nee Heer, het is niet mijn tijd, nog niet. Hoe kan John voor de jongens zorgen? Hoe moet dat met Chris? Hoe zit het met alle beloften over de bediening die U ons gedaan heeft? U heeft beloften gegeven!’
Zwevend
Te midden van haar bezwaren, begon zij haar lichaam te verlaten, en de vrede van de Heer kwam over haar, en ze zei als reactie daarop: “O, OK, het komt goed met hen, ze zullen ok zijn” en iedere zorg over ons ebde weg. Ze beschrijft het als een uit het lichaam getild worden, alsof haar armen en benen uit handschoenen en broekspijpen gleden en vanaf haar schouders en hoofd omhoog kwamen, zonder dat het enige moeite kostte. Ze kwam uit haar lichaam en zweefde net boven het plafond en keek neer op haar lichaam.
Toen ze naar haar levenloos lichaam op het bed keek, zei ze spontaan: “Dus dit hier heeft mij zoveel problemen gegeven!?” Ze was zo overweldigd door vrede dat ze naar haar lichaam kon kijken zonder er emotioneel mee verbonden te zijn. Zoals men bijvoorbeeld naar een stuk vlees in de supermarkt kan kijken – het betekende niets voor haar, omdat ze zich realiseerde dat het niet de ‘echte’ haar was. Eens zullen wij allemaal een verheerlijkt lichaam krijgen, een lichaam dat één is met ons ware zelf, onze ziel en geest. Maar op die dag, toen ze neerkeek op haar lichaam, was het meer een curiositeit voor haar.
Alle beperkingen, zwakheden, zondigheid, sterfelijkheid van het vlees stonden in scherp contrast met haar eeuwige geest en ziel, de echte haar, doordat ze in de Geestelijke wereld was met de Heer. Ze had geen emotionele band met haar lichaam, het was slechts een plek waar de echte haar voor een seizoen in kon leven.
Plotseling voelde ze dat ze terug viel in haar lichaam en ze gleed haar lichaam binnen op dezelfde manier als ze het verlaten had: haar voeten en tenen gleden via haar schouders naar haar benen, haar armen en schouders gleden in haar lichamelijke armen en schouders en haar hoofd gleed in haar lichamelijk hoofd. De hele tijd was ze zich overal bewust van en toen ze terug was in haar lichaam, viel ze in slaap.
Rond 9 uur ’s avonds werd ze wakker, bang mij te vertellen wat er gebeurd was en hoe ze ons bijna verlaten had. De volgende dag vertelde ze het wel aan mij, en er volgde al heel snel een operatie, en sindsdien gaat het prima met haar.
Angst, of vrede?
Zouden we maar in deze wereld kunnen leven met de distantiëring die Barb voelde tot haar lichaam: waar we zo overweldigd zijn door de aanwezigheid van de Heer, dat alle zorgen van de wereld bekeken worden met een objectiviteit wat komt door verteerd te zijn met de realiteit van Christus in ons en onze eeuwige bestemming met Hem.
Wij discipelen van de Heer leven met dit constante geven en nemen tussen de vrede in onze geest versus de ‘buiten’ wereld, die door angst gedomineerd wordt. Emotionele gezondheid en wijze beslissingen nemen in het leven vereisen dat we ons meer bewust zijn van Christus in ons en Zijn vrede, dan de angst en de vleselijke dingen die ons omringen.
Jezus vertelde mensen regelmatig niet bevreesd te zijn, terwijl de natuurlijke omstandigheden angst en pijn uitriepen. Toen Jaïrus hoorde dat zijn dochter net gestorven was, zei Jezus tegen hem: ‘Vrees niet.” Toen Hij op het water kwam lopen, te midden van een storm, zei Hij: “Vrees niet” en er zijn meer voorbeelden hiervan.
De Heer is vandaag dezelfde als in de Evangeliën, dus zegt Hij nog steeds tegen ons ‘niet bang te zijn’ als we ons in verwarrende en angstige situaties bevinden. Misschien ben je wel eens naar de dienst gekomen of naar een huis bijeenkomst, volledig in stress en verward, maar tijdens de aanbidding overweldigt Zijn vrede jou – daarmee zegt Hij ‘vrees niet’. We kunnen vragen hebben in ons hoofd, maar overweldigend bewust zijn van Zijn vrede in onze geest, die ons helpt en leidt in iedere beslissing en ons helpt wereldgebeurtenissen correct te begrijpen.
Hoe ‘boren’ we die vrede in onze geest aan, terwijl de omstandigheden vrees en vernietiging zeggen?
Er zijn sleutels
Iedere keer als Jezus tegen iemand zei niet bang te zijn, al riepen de omstandigheden heel wat anders, hebben we instructies hoe we dat kunnen doen, bij ieder verhaal dat verteld wordt. Niet altijd zo duidelijk te zien, maar zeker is het toen Hij mensen vertelde ‘niet te vrezen’, Hij ook verwachtte dat ze dat niet zouden doen. In deze serie gaan we verschillende situaties bekijken en zullen we daarna kunnen toepassen wat Hij hen vertelde te doen, waardoor wij ook vrede kunnen hebben en wijze beslissingen kunnen maken.
Voorbeeld #1, Jairus – Lucas 8:41-56 & Marcus 5:22-43
De dochter van Jaïrus was stervende, en toen hij bij Jezus kwam, zei hij dit: “Kom toch en leg haar de handen op, dan zal zij behouden worden en in leven blijven”.
Terwijl Jezus richting huis ging, raakte een bloedvloeiende vrouw met groot geloof, de zoom van Zijn kleed aan, en werd genezen. Toen Jezus haar vertelde dat het haar geloof was dat haar gezond gemaakt had en dat ze in vrede kon heengaan, hoorde Jairus dat zijn dochter gestorven was.
“Maar Jezus hoorde het (letterlijk ‘ving het op’) en Hij zei tegen Jairus: “Wees niet bevreesd, geloof alleen!” Marcus 5:36
Het woord ‘bevreesd’ hier is ‘phobeo,’ wat betekent ‘op de vlucht gaan’ - met andere woorden: “Jairus, laat jouw geloof niet op de vlucht gaan door het nieuws van de dood van je dochter, geloof alleen!”
Het keerpunt voor een ieder van ons
Wat moet hij geloven? Ga terug naar wat hij aanvankelijk geloofde en naar de reden waarom Hij Jezus vroeg te komen: “Kom, en leg haar de handen op, en zij zal in leven blijven”. Jezus vertelt hem terug te gaan naar wat hij aanvankelijk geloofde en ervoor te kiezen dat dat geloof de omstandigheden overstelpt, en om vrede te vinden in wat hij aanvankelijk geloofde.
Zie je, toen het voor Jairus vast stond dat zijn dochter zou leven, als Jezus zou komen en haar de handen zou opleggen, maakte het eigenlijk niet meer uit of het meisje op sterven zou blijven liggen, of echt zou komen te overlijden. We zien hetzelfde geloof in Jezus toen het zijn vriend Lazarus betrof.
In Johannes 11, toen Hij hoorde dat Lazarus ziek was, was zijn reactie dat de ziekte niet tot de dood zou leiden, maar ter ere Gods zou zijn. Toen Hij wist dat het eindresultaat niet de dood van Lazarus zou zijn, maakte het niet meer uit of hij zou sterven, omdat Hij al wist dat de uitkomst leven zou zijn. Hetzelfde bij Jairus. Zodra hij wist dat Jezus de handen op haar zou leggen en dat ze zou leven, maakte het niet meer uit of ze beter, slechter, of zelfs dood zou gaan.
Om Jairus te helpen zich op zijn aanvankelijk geloof te richten, zegt de tekst over Jezus: “En Hij stond niemand toe met Hem mede te gaan, behalve Petrus, Jacobus en Johannes.” Het zegt ook dat toen Hij het huis binnen kwam en de misbaar zag en hoorde dat de mensen Hem uitlachten toen Hij zei dat ze sliep – een tijdelijke conditie- Hij hen allen het huis uit dreef.
Het Griekse woord ‘kata –gelao’ is vertaald met ‘uitlachen.’ ‘Kata’ betekent neer of slecht, ‘gelao’ wil zeggen: een luid en minzaam uitlachen van Jezus, alsof Hij niet wist waar Hij het over had. De zin ‘Hij dreef ze het huis uit’ impliceert geweld; Hij dreef ze met geweld de deur uit.
Zie je, Hij stond niet toe dat de menigte Hem volgde noch dat de ongelovige klagers bij Jairus in de buurt zouden zijn, omdat het voor Jairus belangrijk was vast te houden aan wat hij in eerste instantie geloofde – leg haar de handen op en ze zal leven.
Soms is het niet dat we geen geloof hebben, maar dat we ons omringd hebben met mensen die twijfelen en vol ongeloof zijn.
Hoe kun jij (bijna) zo ‘los’ van de wereld komen als dat met Barb het geval was op die dag dat ze stierf? Als de omstandigheden angst schreeuwen, moet je teruggaan naar het laatste wat je weet dat de Heer tegen jou zei. Ga terug naar je aanvankelijk geloof, of dat nu 10 minuten geleden of 10 jaar geleden was. Ga terug naar wat je aanvankelijk geloofde, beperk het ongeloof om je heen, en je zult in staat zijn ‘niet te vrezen, maar te geloven’.
Volgende week meer…zegen
John Fenn
www.cwowi.org
mail naar [email protected]